Afgelopen week kreeg onze redactie een moedige getuigenis binnen van rechtenstudent Jeroen (21) uit Brasschaat. Jeroen heeft namelijk de neiging om woorden te gebruiken die hij zelf helemaal niet begrijpt. Dit is zijn verhaal.
“In de middelbare school was alles navenant nog normaal”, begint Jeroen. “Pas na één jaar hogere studies begon ik ad rem woorden te gebruiken die ik eigenlijk niet begreep. Eerst sporadisch, daarna steeds recalcitranter en recalcitranter. Significant, idiosyncratisch, beroepsethiek… Allemaal woorden waarvan ik geen flauw benul heb wat ze stoïcijns betekenen. En toch gebruik ik ze dagelijks.”
“Ook mijn relatie lijdt er überhaupt onder”, gaat Jeroen verder. “Gisteren vroeg ik mijn vriendin of ze, mutatis mutandis, van de winkel een portie grosso modo kon meenemen. Ze is funest niet teruggekeerd. Vanochtend kreeg ik een sms’je dat ze manifest wat tijd nodig heeft voor zichzelf.”
Volgens neuroloog Steven Van Lathem gaat het om een psychische aandoening die aan een bijzondere opmars bezig is de laatste jaren. “Vooral bij rechtenstudenten zien we extreem hoge cijfers voor Snobitis-17, zoals academici de aandoening gedoopt hebben. De eerste symptomen zijn vaak heel subtiel. Je koopt een duur horloge, draagt een kostuum naar de les of begint plots Latijnse termen te gebruiken. Het begint vaak met een in casu, maar voor je het weet zit je met een ceteris paribus, of een ex aequo et bono. Op dat moment kan je er als medicus nog weinig tegen doen.”
Wees de eerste om reactie te geven